De vijf Vlaamse provinciebesturen hebben de gemeenschappelijke ambitie om een duurzaam en kwaliteitsvol ruimtelijk beleid te voeren met een bovenlokale aanpak gericht op samenwerking om de uitdagingen op maat aan te pakken. Elk provinciebestuur is uniek en heeft haar specifiek karakter en maakt dan ook een eigen beleidsplan Ruimte. Dit zorgt voor vijf verschillende, flexibel ingevulde, maar sterke beleidsplannen, afgestemd op de ruimtelijke situatie, kwaliteiten en identiteit van iedere provincie.
Omdat elk project anders is, zal ook de rol die het provinciebestuur opneemt telkens verschillen. Dit kan gaan om een coördinerende rol , een ondersteunende rol, een sensibiliserende rol of een trekkersrol. Daar de provinciebesturen zich volledig toeleggen op hun grondgebonden taken, komen alle provinciale beleidsdomeinen samen in de ruimte. Zij beschikken dan ook over een multidisciplinair en deskundig team van medewerkers die hun eigen beleidsdomein kunnen en durven overstijgen.
1. De provinciebesturen blijven niet in het verleden hangen.
De provinciebesturen voeren een vernieuwd ruimtelijk beleid. Ongeveer 18 jaar geleden zetten de provinciebesturen hun eerste stappen in de ruimtelijke planning. Ze namen hierbij de taken op die ze hadden verkregen vanuit het Ruimtelijk Structuurplan. De provinciebesturen zetten hun eigen ruimtelijk beleid uit en ontwierpen heel wat ruimtelijke uitvoeringsplannen. Al gauw merkten de provincies dat de formele opmaak van plannen niet voldoende bleek te zijn. Er was nood aan een proactief beleid dat duurzame ruimtelijke ontwikkeling tot stand brengt.
Het vernieuwd provinciaal ruimtelijk beleid plaatst een bovenlokale en gebiedsgerichte aanpak centraal. We moeten over de grenzen van gemeenten, beleidsdomeinen en bestuursniveaus heen beoordelen welke functies ruimtelijk het best passen op welke plaats. Een flexibele aanpak is nodig. Elk project of uitdaging heeft immers andere partnerschappen, rolverdelingen en doelstellingen. Samenwerken wordt steeds belangrijker. De provinciebesturen zijn een open, toegankelijk en bereikbaar openbaar bestuur. Bovendien zijn ze een transparante en democratisch verkozen organisatie. De provinciebesturen verbinden en geven richting aan mensen, actoren, structuren en streken. De provincie biedt een platform en is een katalysator voor geïntegreerde, niet-hiërarchische samenwerking en brede participatie.
Omdat elk project anders is, zal ook de rol die het provinciebestuur opneemt telkens verschillen. Dit kan gaan om:
- Een coördinerende rol die de partners en hun verschillende visies samenbrengt;
- Een meer ondersteunende rol die onderbouwend ruimtelijk onderzoek aanreikt;
- Een sensibiliserende rol om partners te engageren om mee na te denken over een visie;
- Een trekkersrol om uitvoering te geven aan een gedragen ruimtelijke beleidsvisie

An Rekkers - Directeur Vereniging voor Ruimte en Planning (VRP)Met name de diensten gebiedsgerichte werking in de verschillende provincies spelen al een belangrijke rol in het afstemmen, coördineren, ondersteunen, faciliteren van beleid over de gemeentegrenzen heen. Vanuit hun grondgebonden bevoegdheden zouden provinciebesturen de fysieke ruggengraat van de verschillende regio’s sterker dienen te verankeren en hiervoor een regionale openruimtevisie voor ontwikkelen.
2. Uitdagingen voor vandaag en morgen in partnerschap
Het provinciaal ruimtelijk beleid moet een transitie naar een duurzame ruimtelijke ontwikkeling faciliteren. Duurzaam omgaan met de beschikbare ruimte is noodzakelijk zodat ook de toekomstige generaties hun ruimtelijke behoeften nog kunnen vervullen. Via het ruimtelijk beleid werken de provinciebesturen mee aan het welzijn en de welvaart van onze inwoners én aan een hoge omgevingskwaliteit. Zo verbeteren we de leefkwaliteit van mensen, bedrijven en organisaties in hun streek, nu en in de toekomst. Op het terrein word elke provinciebestuur geconfronteerd met diverse ruimtelijke problemen en uitdagingen onder andere:
-
Ecosystemen: Achteruitgang van de biodiversiteit.
-
Klimaatverandering en energiebehoefte: Investeren in hernieuwbare energie en het verbruik doen dalen, klimaatneutraal en bestendig worden, …
-
Demografie: Toenemende en vergrijzende bevolking
-
Mobiliteit: Overbelasting van de wegen, nood aan duurzame en toegankelijke vervoersmodi.
-
Economische ontwikkeling: Bloeiende detailhandel behouden in stads- en dorpskernen, inefficiënt gebruik bestaande bedrijventerreinen, ruimte voor bijkomende bedrijvigheid en handel, …
Die gemeenschappelijke ambitie vertaalt zich per provincie in een aantal principes, waarden, strategieën of krachtlijnen voor het ruimtelijk beleid. Dit vormt de basis en het toetsingskader bij de ruimtelijke afwegingen die de provinciebesturen maken. Bij het zoeken naar oplossingen nemen de provinciebesturen een aantal waarden in acht:
Gezondheid en veiligheid | Autonomie en robuustheid |
Kwaliteit en comfort | Welvaart |
Identiteit en authenticiteit | Sociale cohesie en inclusie |
Klimaatgezondheid | Rechtvaardigheid |
Om hogervermelde problematieken aan te pakken kiezen de provinciebesturen voor:
Zuinig ruimtegebruik | Eigenheid bewaren |
Open ruimte creëren |
Nabijheid en bereikbaarheid |
Kernversterking | Veerkrachtige ruimte |
3. Bestuurlijk partnerschap en samenwerking
Een ander kenmerk van de provinciale oplossingsgerichte aanpak is bestuurlijk partnerschap en samenwerking. De provinciebesturen kijken dan ook reikhalzend uit naar het nieuwe “Beleidsplan Ruimte Vlaanderen”. De Vlaamse overheid moet de krijtlijnen van het beleid uitzetten. De provincie- en de gemeentebesturen moeten dit samen dan verder vorm en inhoud geven, aangepast aan de eigenheid van elk gebied met een specifieke ruimtelijke problematiek of potentie.
Ruimtelijke ontwikkelingen overstijgen vaak administratieve en bestuurlijke grenzen. Een gedeelde visie vanuit bovenlokaal perspectief is nuttig en noodzakelijk om ruimtelijke keuzes te maken en afstemming te zoeken tussen bovenlokale en lokale gebiedsontwikkelingen. Een voorbeeld hiervan is het project “Baanbrekend winkelen: pilootproject N10”. De provinciebesturen pakken hierin zelf strategische gebieden en projecten aan die gemeentes en deelregio’s ten goede komen. Ook is de afstand tussen het Vlaamse en het gemeentelijke schaalniveau vaak (te) groot. Sommige opportuniteiten vallen zo door de mazen van het net en worden noch door het Vlaamse, noch door het lokale niveau opgepikt. Dit leidt tot gemiste kansen of een onvoldoende bovenlokale samenhang in de ruimtelijke ontwikkeling. Het provinciale niveau kan die bovenlokale samenhang wel realiseren.
Op basis van ruimtelijke uitvoeringsplannen, eigen projecten en ontwerpend onderzoek stippelen de provinciebesturen mee de route naar een zorgvuldige ruimtelijke ordening uit, maar de sterkte van het provinciale niveau is uiteraard ook de samenwerking met de gemeentebesturen. Hen ondersteunen en faciliteren in hun ruimtelijk beleid blijft ook de komende jaren zeker een prioriteit.
Ook participatie van middenveldorganisaties en inwoners is belangrijk om tot gedragen, efficiënte en uitvoerbare besluitvorming in vergunningen en ruimtelijke planning te komen. De provinciale medewerkers verhogen daarom voortdurend hun kennis. Interne professionaliteit kan de kwaliteit van de partnerschappen alleen maar ten goede komen, zodat de provinciebesturen uiteindelijk via verschillende vormen van participatie de ruimtelijke plannen en projecten met succes kunnen realiseren. Zo werden er tal van participatiemomenten en bevragingen georganiseerd in de afgelopen jaren (zie bv. visienota “Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen”).
Contact
Stafmedewerker Brent Roobaert (brent.roobaert@vlaamseprovincies.be of 02 508 13 25/ 0472 24 61 78).
Elke provincie is uiteraard uniek. Bekijk hier wat uw provinciebestuur voor u doet inzake Ruimtelijke Planning