Skip to main content
FilePdf

Vergunningverlening, evaluatie en handhaving

De provinciebesturen zijn ervaren en verantwoordelijke vergunningverleners. Een vergunningsdossier is van belang zowel voor de aanvrager als voor de omgeving. De provinciebesturen zijn het beleidsniveau bij uitstek om overzicht en gelijkwaardigheid te garanderen, rekening houdend met de lokale omstandigheden. Zij engageren zich er ook toe om alle betrokkenen te begeleiden in deze toch vrij ingewikkelde en vaak erg technische materie. Er wordt gestreefd naar een duidelijke besluitvorming enerzijds door overleg (tussen omgevingsvergunningscommissies), en anderzijds door hoorzittingen. Daarnaast creëren de provinciebesturen ook maatschappelijk draagvlak door voorlichting, inspraak, enz. De provinciebesturen staan klaar om mee te werken aan de evaluatie van de omgevingsvergunning, ze blijven ambitieus op het gebied van handhaving, en ze blijven steeds verder investeren in IT, om de vergunningverlening zo veel mogelijk te digitaliseren.

1. Vergunningverlening 

De in 2017 ingevoerde unieke omgevingsvergunning is een instrument dat de provinciale doelstellingen ondersteunt en mee vorm geeft. Door vergunningen te verlenen, zowel in eerste aanleg als in de beroepsprocedure, bewaken de provincies het ruimtelijk en stedenbouwkundig evenwicht. De deputatie beslist nu (na advies van een nieuwe provinciale omgevingsvergunningscommissie) over wat vroeger opgedeeld was in een aparte stedenbouwkundige vergunning en milieuvergunning. De bevoegdheden (regelgeving) zijn hier dus uitgebreid en incorporeren ook de handelsvestiging en natuurvergunning. Het omgevingsloket is nog in ontwikkeling, maar de provinciale inzet en expertise was van cruciaal belang zowel in de opstartfase als  nadien om alle aanvragen in correct en efficiënt te verwerken.

Omgevingsloket

2. Vergunningverlening is een beleidsbeslissing gebaseerd op een afwegingsproces

Vergunningverlening is een beleidsbeslissing gebaseerd op een afwegingsproces De taakstelling van de deputatie op het vlak van vergunningsverlening is geen vrijbrief. Een technische en omvangrijke regelgeving de contouren waarbinnen deze bevoegdheid wordt uitgeoefend (stringente en snelle procedures en planologische en milieu-hygiënische randvoorwaarden). Naast de legaliteit moet ook de opportuniteit van de aanvragen - in eerste aanleg of in beroep - overwogen worden. In wezen is dit een afwegingsproces tussen verschillende belangen: tussen private belangen voor bedrijven en omwonenden, tussen individuele (economische) belangen en het algemeen belang, tussen tewerkstelling en gezondheid, veiligheid en rust, milieu en klimaat… Deze legaliteits- en opportuniteitsafweging is een beleidsopdracht. Het houdt een beleidskeuze in en komt nadrukkelijk toe aan de politiek gelegitimeerde deputatie die de dossiers (ook in beroep) volledig onderzoekt.


Schauvliege

De provinciebesturen beschikken over heel wat bevoegdheden, know how en deskundigheid om werk te maken van uitdagingen in dossiers als waterlopen, natuur, landbouw, platteland en ruimtelijke ordening. Daarnaast zijn de provinciebesturen ervaren en verantwoordelijke vergunningsverleners en zijn ze uitgegroeid tot ruimtelijke regisseurs waarbij hun transversale beleidsaanpak een duidelijke meerwaarde biedt.

Mevrouw Joke Schauvliege - Voormalig Vlaams Minister voor Omgeving, Water, Natuur en Landbouw

3. Verder inzetten op onderbouwde beleidsbeslissingen

Om een dergelijke beleidskeuze te maken is een grondige analyse nodig van de vergunningsaanvraag of het beroep, om te komen tot onderbouwde, kwalitatieve en gedragen adviezen of beslissingen. De provincies beschikken daartoe enerzijds over de nodige instrumenten, zoals de hoorzitting in het kader van de bouwberoepen of de provinciale omgevingsvergunningscommissie (POVC) , en anderzijds over de nodige provinciale diensten, expertise en deskundigen. In die knowhow willen de provincies verder investeren, zowel qua middelen als qua personeel. Er is daarbij duidelijk nood aan een helikopterzicht over het vergunningenlandschap.

De vraag naar een uniformere afhandeling van dossiers is groter dan ooit. De provincie is het beleidsniveau bij uitstek om overzicht en gelijkwaardigheid te garanderen binnen een alsmaar complexer wordende regelgeving, en daarbij toch ook altijd rekening te houden met de lokale omstandigheden en gevoeligheden. Door periodiek overleg tussen de onderscheiden POVC en de gewestelijke omgevingsvergunningcommissie en de hoorzitting wordt gestreefd naar een duidelijke besluitvorming. Deze werkwijze, die door alle belanghebbenden wordt gewaardeerd, rendeert en voorkomt veel problemen. Aansluitend willen de provincies, op eigen initiatief, zorgen voor een groter maatschappelijk draagvlak bij de toekenning van een Omgevingsvergunning door voorlichting, raadpleging, inspraak… 

4. Flankerende maatregelen

Om de Omgevingsvergunning optimaal te operationaliseren is een flankerend beleid essentieel. De provincies willen daarbij als bestuurlijke partner inzetten op vorming, overleg en samenwerking met doelgroepen, in het bijzonder met de gemeenten.

5. Evaluatie en handhaving

De deputaties zijn verantwoordelijk voor de beoordeling van vergunningsaanvragen in eerste aanleg (provinciale lijst, klasse 1-inrichtingen en projecten op 2 of meer gemeenten) en behandelen de beroepen tegen beslissingen van de gemeenten.

Milieuvergunningen werden in het verleden voor maximaal 20 jaar afgeleverd. De omgevingsvergunning voor het exploiteren van een ingedeelde inrichting zal in de regel geen einddatum meer bevatten, dit is de zgn. permanente vergunning. In ruil voor de permanente vergunning, moet de overheid inrichtingen) wel regelmatig de bedrijven bezoeken om te zien of de voorwaarden moeten geactualiseerd worden ('evalueren' en ev. 'bijstellen' van de voorwaarden)

Tot op heden hebben de provinciebesturen een beperkte bevoegdheid inzake “handhaving”. Reeds geruime tijd is er in de literatuur aangegeven dat planning, vergunning en handhaving één onlosmakelijk geheel vormen en dat wie een opdracht wil inzake omgeving, die drie aspecten op zich moet nemen   Begin 2017 hebben de provincies in de schoot van de VVP de afspraak (bijlage 20171214.BR_.41.VVP nota Handhaving voor deputaties) gemaakt om zich in te schrijven in de handhaving in al zijn aspecten  Tot op heden heeft de Vlaamse Regering geen invulling gegeven aan die bereidheid. De provinciebesturen kijken dan ook reikhalzend uit naar de beslissing van de Vlaamse regering hieromtrent.

Handhaving

Bijlagen

Standpunt VVP inzake Handhaving.

  • VVP Standpunt
Download

Stand van zaken implementatie omgevingsvergunning

  • Ondersteunend
Download

Contact

Stafmedewerker Brent Roobaert  (brent.roobaert@vlaamseprovincies.be of 02 508 13 25/ 0472 24 61 78 ).

Elke provincie is uiteraard uniek. Bekijk hier wat uw provinciebestuur voor u doet inzake Vergunningenbeleid en toezicht: