Skip to main content
FilePdf

Integraal Waterbeleid

Als grootste waterloopbeheerder van Vlaanderen hebben de provinciebesturen een belangrijke taak in het integraal waterbeleid. De provincies staan in voor het beheer en de financiering van 12.005 km waterlopen en verlenen advies in het kader van de watertoets. Enkele concrete taken die bijvoorbeeld vallen onder het beheer zijn: maaien, slibruimingen,, onderhoud infrastructuur en pompinstallaties, exotenbestrijding, financiering polders en wateringen, ....

Daarnaast realiseren de provinciebesturen diverse waterprojecten, zoals vistrappen, beekherstelprojecten en overstromingsgebieden. Deze projecten zijn noodzakelijk voor de aanpak van wateroverlast en droogte. Bovendien zijn deze projecten een middel om de biodiversiteit en de beleving in en van de valleien te vergroten. De samenwerking met alle betrokken actoren zowel Vlaams als internationaal (overheden, sectoren, organisaties enz.) staat hierbij voorop (bv. Blue Deal, Interreg…).  

1. Een integraal en evenwichtig beleid  

Het “integraal waterbeleid” hecht belang aan het hele watersysteem. Voorop staat het evenwichtig gebruik ervan voor de verschillende ecologische, economische en sociale functies, zonder het watersysteem zelf in gevaar te brengen. De inrichting van de beperkte beschikbare ruimte in Vlaanderen bepaalt mee het functioneren van het watersysteem. Water is een fysiek structurerend element en heeft voldoende ruimte nodig. Daarnaast zijn er complexe interacties tussen het oppervlaktewater, het grondwater en de omgeving en tussen de levende en niet-levende factoren. Om het waterbeleid beter te af te stemmen op die complexe interacties, moet de integrale benadering van het watersysteem versterkt worden. Er zijn raakvlakken met tal van andere beleidsdomeinen (landbouw, natuur, toerisme,…) waarbij het provinciebestuur op zoek gaat naar synergiën, gezamenlijke beleidskeuzes maakt en projecten initieert over beleids- en administratieve grenzen heen. Een gebiedsgerichte aanpak, maatwerk en overleg staan daarbij centraal. Het provinciebestuur kan en moet hier, als intermediair bestuur, haar expertise verder uitbouwen en haar centrale rol verankeren. 

Door de klimaatverandering worden we steeds vaker geconfronteerd met de uitdagingen van extreme wateroverlast, zoals in 2021, en langdurige droogteperiodes, zoals in 2022.  De provincies zijn de grootste waterloopbeheerder van Vlaanderen: 78% van alle waterlopen zijn van categorie 2, waarvan de provincies 72% beheren en de polders en wateringen 28%. Als grootste beheerder hebben zij dus de zeer belangrijke taak om deze uitdagingen aan te pakken. Zowel proactieve als reactieve maatregelen die samen met andere partners moeten uitgewerkt worden, dringen zich op. De provinciebesturen voeren reeds jaren een geïntegreerd waterbeleid waarbij zij ook wateradvies verlenen bij de opmaak van plannen en bij de vergunningverlening (via de watertoets). Verder staan de provincies in voor het dagelijks onderhoud en financiering van 12.005 km waterlopen en het realiseren van diverse waterprojecten Zo werken zij continu aan de “goede toestand” van de waterlopen, zoals vooropgesteld in de Europese Kaderrichtlijn Water.  

2. Werken over de grenzen heen 

Als waterloopbeheerder werken de provincies over de administratieve en beleidsgrenzen heen. Naast de klassieke samenwerking met partners uit Vlaanderen bijvoorbeeld in het kader van de Blue Deal, werken ze ook vaak samen met actoren uit het buitenland of met andere gewesten. Vooral in Europese projecten zoals Life en Interreg spelen provinciebesturen vaak een prominente rol. Een gebiedsgerichte werking trouwens zit in het DNA van de provincies. De verschillende provincies hebben een ruime ervaring in het coördineren en faciliteren van gebiedsgerichte projecten vanuit de meest diverse invalshoeken. Op verschillende schalen zijn er de voorbije jaren heel wat mooie gebiedsgerichte initiatieven opgestart, waarbij zowel Vlaamse als lokale administraties en actoren uit het middenveld betrokken werden. We denken dan o.a. aan de “Water-Land-Schap” projecten. Hierbij streven de provincies steeds naar koppelkansen met andere doelstellingen en afstemming met andere gebiedsprocessen gericht op natuur, bodembescherming, plattelandsontwikkeling, sociaal-economische ontwikkeling e.a.  

3. Wateroverlast en droogte 

Wateroverlast en droogte zijn keerzijden van dezelfde medaille. Hinder en schade door wateroverlast en droogte zullen de komende jaren toenemen omwille van de extremere  weerpatronen. Meer overstromingen en langere droogteperiodes zullen een grote impact hebben in Vlaanderen. Door de steeds stijgende verhardingsgraad heeft hemelwater steeds minder de kans om in de bodem te infiltreren en worden vaak ‘nog niet gescheiden rioleringen’ en waterlopen extra belast. Het oude adagium ‘het water moet zo snel mogelijk afgevoerd worden’ leidde er in het verleden toe dat waterlopen over grote afstanden werden rechtgetrokken, gebieden werden gedraineerd, en dat op die manier buffers en moerasgebieden werden afgekoppeld.  

In de afgelopen jaren hebben de provinciebesturen heel wat expertise aangeleverd in de diverse werkgroepen rond droogte op het Vlaams niveau: High Level Taskforce Droogte, Vlaams afwegingskader droogte, afwegingskader kwetsbare waterlopen, …. De provincies hechten tevens een  groot belang aan de gemeentelijke hemelwater- en droogteplannen. Om die reden hebben de provincies via de Vereniging Vlaamse Provincies (VVP) een trekkersrol opgenomen binnen de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) voor de opmaak van de blauwdruk voor deze plannen. Het ophouden van zoveel mogelijk hemelwater aan de bron, waar het valt en dus buiten valleigebied, is daarbij de boodschap. Tenslotte werden er ook droogtecoördinatoren aangeworven binnen de provincies om deze nieuwe grote uitdaging maximaal op te nemen binnen het provinciale waterbeleid. 

De provinciebesturen zorgen zelf en samen met partners ervoor dat het water in de valleigebieden opnieuw de ruimte krijgt die het nodig heeft. Het vrijwaren van het natuurlijke bergingsvermogen van de vallei waarin de waterloop gelegen is, vormt een belangrijk onderdeel om Vlaanderen voor te bereiden op de klimaatverandering (cf. klimaatadaptatie). Waar mogelijk maken de provinciebesturen bovendien ingebuisde waterlopen terug open. Aangezien deze waterlopen terug toegankelijk worden voor flora en fauna, draagt dit zo bij aan de uitbouw van de groenblauwe dooradering. Door het terug openleggen van waterlopen neemt bovendien de belevingswaarde van/aan de waterloop toe. De provincies promoten ook bekende maatregelen, zoals bijvoorbeeld hergebruiken van regenwater of het langer vasthouden via de aanleg van wadi’s. Daarnaast moeten in samenspraak met andere overheden en organisaties bijkomend maatregelen uitgewerkt worden, om voorbereid te zijn op periodes van waterschaarste.  

4. Natuur en biodiversiteit

Waterlopen vormen uiteraard een belangrijk functioneel ecologisch netwerk doorheen de provincies. In samenwerking met de andere partners in het veld moeten we de biodiversiteit in onze waterlopen significant verhogen met oog voor de verschillende provinciale prioritaire soorten (rivierdonderpad, beekprik, ….). Het ecologisch en structureel herstel van de beekvalleien vormt een belangrijke uitdaging, die zowel de biodiversiteit als de vertraagde afvoer van hemelwater ten goede komt. Dergelijke beekvalleien vormen immers grote buffers die tijdens perioden van hevige neerslag gevuld worden. Op deze manier leggen de provincies sterke fundamenten om de Natura 2000 instandhoudingsdoelen en de doelstellingen uit de relevante soortenbeschermingsprogramma’s te realiseren.  

Volgens de Beneluxbeschikking Vismigratie dienen vismigratieknelpunten in ecologisch belangrijke waterlopen tegen 2027 te worden weggewerkt. De provinciebesturen nemen deze taak maximaal op zich. Daarnaast investeren de provinciebesturen verder in ecohydrologische monitoring en visonderzoek. Ook de bestrijding van invasieve uitheemse soorten (grote waternavel, parelvederkruid, waterteunisbloem en watercrassula) die in en rond de waterlopen voorkomen, staat hoog op de agenda. 

 

Beekprik, bittervoorn, vismigratie en opruimen schadelijke soorten     

 

5. Sturing en handhaving  

De provinciebesturen blijven in samenwerking met andere overheidsniveaus en partners voor de nodige input zorgen bij de visieontwikkeling en planning van het integraal waterbeheer. Zo nemen de provincies een actieve rol op in de Vlaamse Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. Verder volgen ze de impact van ontwikkelingen op de waterlopen en het watersysteem van nabij op en sturen ze waar nodig bij via de adviesverlening (watertoets). In 2022 verleenden de vijf provinciebesturen samen 9500 wateradviezen.  

In uitvoering van het Milieuhandhavingsdecreet werden de voorbije jaren in elke provincie medewerkers aangesteld als toezichthouder. Deze provinciale toezichthouders kunnen hun toezicht uitoefenen op de onbevaarbare waterlopen van 2e en 3e categorie. Dit geeft de provincies als waterloopbeheerder de mogelijkheid om niet alleen preventief te werken, maar ook effectief op te treden bij overtredingen of wantoestanden die een efficiënt beheer in de weg staan. Klemtonen zijn de aantasting van ruimte voor water, de vrijwaring van de 5-meterzone en de aantasting van de één meter teeltvrije zone. 

6. Erosie

Tijdens de zomermaanden zullen er frequenter lange periodes van droogte voorkomen afgewisseld met intense zomeronweders. Hierdoor zal het aantal erosieknelpunten nog sterk stijgen. Erosiebestrijding is een én-én verhaal waarbij een optimale mix van verschillende erosiebestrijdingsmaatregelen, zowel bron- als symptoomgericht, de beste resultaten oplevert.  

De provinciale erosiecoördinatoren bouwden al  een grote expertise op. Zij helpen de lokale besturen en landbouwers bij het uitwerken van erosiebestrijdingsprojecten (het ontwerpen en aanleggen van erosiepoelen, buffergrachten, houthakseldammen en geprofileerde grasstroken). De provinciale erosiecoördinatoren ondersteunen de lokale besturen ook bij de aanvraag van subsidies en helpen omgevingsvergunningsaanvragen voor te bereiden. Na uitvoering staan de erosiecoördinatoren ook klaar om de uitgevoerde maatregelen te evalueren.  

Erosie, erosiedam en plan

7. Onderhoud en Infrastructuur

Goed onderhoud van de waterlopen, overstromingsgebieden en bijhorende infrastructuur, zoals pompstations en vuilroosters, is belangrijk om wateroverlast te voorkomen. De provincie doet dit steeds met respect voor de natuur in en rond de waterlopen. Het is niet altijd nodig om de weelderige plantengroei overal volledig kort te wieken, integendeel. De planten kunnen immers het water in de waterloop trager doen afstromen en daardoor zorgen voor extra infiltratie. De ligging en eigenschappen van de waterloop bepalen de maai-intensiteit. Zo maaien we een overstromingsgevoelige waterloop in een dorpskern intensiever dan een waterloop in een weidelandschap en wordt er in natuurgebieden meestal niet gemaaid. Het is dus zaak om een goed evenwicht te bewaren. 

De maai- en herstellingswerken aan waterlopen gebeuren door gespecialiseerde aannemers. Soms worden ook landbouwers, lokale afdelingen van natuurverenigingen of sociale tewerkstellingsorganisaties betrokken bij de onderhoudswerken. De provinciebesturen maken volop werk van een doorgedreven digitalisering van deze onderhoudswerken zodat ze efficiënter kunnen opgevolgd worden. 

Onderhoud

8. Digitalisering

De provinciebesturen trekken volop de kaart van de digitalisering. Zo was er in de afgelopen jaren de overstap van de analoge naar de digitale atlas. Ook is er samenwerking rond de uitbouw van een grootschalig permanent sensorennetwerk (met o.a. het Waterbouwkundig Labo als belangrijke partner gezien zij het waterinfo.be-platform mee vormgeven). Dit netwerk meet de waterpeilen op onbevaarbare waterlopen in realtime , gebruikmakend van de nieuwste technologie. De data uit dat netwerk stellen de provinciebesturen in staat zowel proactief als reactief waterschaarste en wateroverlast efficiënter en effectiever aan te pakken. Op dit vlak leverden de provinciebesturen bijgevolg al grote inspanningen.  

Operationele meetposten tegen eind 2023: 405 

  • Antwerpen: 100 

  • Limburg: 65 

  • Oost-Vlaanderen: 80 

  • West-Vlaanderen: 50  

  • Vlaams-Brabant: 110 

Daarnaast zorgt de implementatie van integrale beheersystemen (GPS, DIPLA, …) voor een efficiënter, transparanter en eenduidiger beheerproces. Deze systemen helpen om werken te plannen en op te volgen maar bieden ook gerichte informatie voor alle belanghebbenden. Voorbeelden hiervan zijn de beheersystemen die nu uitgewerkt worden om de maaimachines via GPS-tracking te kunnen volgen waarbij de afgewerkte tracés ook automatisch geregistreerd worden. De aannemers zullen ook ter plaatse via een app kunnen aangestuurd worden zodat echt maatwerk kan geleverd worden bij de te onderhouden tracés.  


 

Directeur Wendy Francken: Vlario

Beken, sloten, grachten, rivieren, kanalen,... benamingen genoeg voor de watertjes die door de provincie stromen. Bovendien stopt water niet aan een administratieve grens en wordt het beheer door de klimaatverandering heel belangrijk. Inzake coördinatie en beheer is de provincie in elk geval de meest geschikte partner om de regie in handen te nemen.

Wendy Francken - Directeur Vlario

 

Contact

Beleidsadviseur Brent Roobaert  ([email protected] of 02 508 13 25 / 0472 24 61 78 ).

Elke provincie is uiteraard uniek. Bekijk hier wat uw provinciebestuur voor u doet inzake Integraal Waterbeleid: